vrijdag 25 augustus 2017

169. Dubbel of niet dubbel? Hoeveel dubbel kun je zien?

De ‘dubbelen’ in de collectie Cees Willemsen waren even apart gezet. De collectie is al een tijdje beschreven: duizenden uit het Russisch vertaalde politieke en literaire boeken. Bij zo’n fanatieke verzamelaar is het niet ongewoon dat hij drie exemplaren van één boek koopt. De vraag is dan: zijn de exemplaren echt hetzelfde? Aan de beschrijving alleen kun je dat niet zien. Nu heb ik eindelijk alle dubbelen met alle aanwezige exemplaren kunnen vergelijken. En zijn er zo’n vijftig rariteiten ontdekt.

Leo Tolstoi, De Kreutzer-sonate (1911)
Wat voor rariteiten vond ik zoal? Gewone varianten, die ik ook verwacht had, zijn bijvoorbeeld varianten in banden en schutbladen, exemplaren mét of zonder vergulding van de snede, boeken waarvan het ene exemplaar de titel in kapitalen op de rug vermeldt, en het andere dat doet in kleine letters of in afwijkende kleuren. Zo zijn er bijvoorbeeld minstens vier varianten van de zesde druk van De Kreutzer-sonate van Tolstoi (uitgave Bolle in Rotterdam): met op de rug decoraties in zwart of bruin, of zwart én bruin, of met twee dan wel drie lijnen in het titelschildje - en dáárvan komen dan weer combinaties voor. Allemaal het gevolg van gewone uitgeverspraktijken aan het begin van de twintigste eeuw, maar zelden bij elkaar in één collectie te raadplegen.

Maar er waren deze keer ook boeken die bijna helemaal identiek zijn, op een embleem op de titelpagina na (in het ene exemplaar wél, in het andere niet), of boeken waarvan alle katernen netjes genummerd zijn (maar in één exemplaar katern nummer 4 niet genummerd is). Ook waren er boeken die duidelijk op een ander moment of op een andere machine zijn gebonden: het ene exemplaar met zes, het andere met acht bindgaten: De dubbelganger van Dostojewski bijvoorbeeld in de uitgave van Het Kompas in Antwerpen, maar ook diens Het dorp Stepantsjikowo. Dat laatste boek is een uitgave van Van Oorschot, van wie bekend is dat hij zonder medeweten van auteurs extra drukken oplegde. Is dit dus een extra druk of een latere bindpartij? 

Kortom, deze collectie doet precies wat we ervan verwachten: niet alleen alle uit het Russisch vertaalde werken zijn bijeengebracht, maar studenten kunnen ook nagaan wie er wanneer met de vertalingen en de Russische literatuur bezig was en hoe dat druktechnisch en uitgeverstechnisch is verlopen.


Haantje Goudkam (ca 1979-1980)
Een andere verrassing zat bij de kinderboeken. Die werden in de jaren zeventig en tachtig in het Nederlands vertaald en uitgegeven door Uitgeverij Progres in Moskou. Je zou denken, elke titel maar één keer, maar nee. Van Haantje Goudkam zijn minstens drie edities te vinden met andere omslagen en opnieuw gezette teksten.


J. Tsjaroesjin, Hoe zij leven (ca. 1971-1977)
Van Hoe zij leven eveneens: één editie is gezet uit een schreefloze letter, een tweede uit een letter met schreef en een derde ook met een schreefletter, maar die laatste uitgaven verschillen weer van elkaar. In de ene telt de tekst over ‘Het eekhoorntje’ bijvoorbeeld negen, in de andere tien regels. Het hele boekje is weer opnieuw gezet en gedrukt. De titelbeschrijvingen zijn verder geheel identiek, maar het zijn opeenvolgende drukken. De volgorde ervan is lastig vast te stellen. Maar één van die uitgaven is gedateerd. Kennelijk waren dit populaire edities. Toch lagen ze in 1982 bij De Slegte (volgens De Telegraaf van 30 juli 1982, te vinden in Delpher door te zoeken op 'Haantje Goudkam'.)

Mijn collega's die al die boeken te voorschijn brachten uit de magazijnen kregen een typisch Russische lekkernij voorgeschoteld als dank.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten