vrijdag 19 mei 2017

153. Kunstenaarsboeken in Johannesburg (12 en slot)

Laatste onderdeel van Booknesses op zondag 26 maart was een gesprek tussen verzamelaar Jack Ginsberg en kunstenaar William Kentridge in het JU Theatre op de Kingsway Campus, brillint geleid door Jane Taylor. Een dag eerder, tijdens de opening van de tentoonstelling in de naast gelegen UJ Art Gallery had ik hem aangesproken in verband met een tentoonstelling dit najaar in Het Huis van het Boek (de samenwerking van Museum Meermanno en de KB). Zijn werk dat boeken, tekeningen en films combineert past prima in een show over hedendaagse multimediale presentaties waar we nu aan werken.


Kentridge is zonder twijfel de Picasso van Zuid-Afrika: een voorbeeldfiguur, een ultraproductief en internationaal gewaardeerd kunstenaar met steeds wisselende projecten. Niet voor niets zag ik de volgende dag in een kunstenaarsatelier hoog tegen de zoldering een verwijzing naar zijn werk hangen: een schilderij met het surrealistische onderschrift 'Ceci n'est pas un Kentridge'. Dit is geen Kentridge.

Want er zijn ook nog andere kunstenaars. Verzamelaar Jack Gisnberg reed Mary Austin, Robbin Ami Silverberg en mij rond langs een aantal van de ateliers in Johannesburg, waarna we het Wits Art Museum bezochten dat zijn collectie kunstenaarsboeken zal herbergen. We zagen er de enorme ruimten waar straks leeszaal en opslag zullen worden gevestigd. Wat een prachtige collectie trouwens én een enthousiaste museumleiding.

Daarvoor keken we rond in een oud kantoorgebouw dat was omgebouwd tot kunstenaarsateliers, waar tientallen kunstenaars kunnen werken. Niet iedereen was er, want ze hadden net een open dag achter de rug, maar we kregen een goede indruk van de enorme verscheidenheid van talent, thematiek en materiaal.



Atelier van Gordon Froud 
Aan Nugget Square, een binnenplaats elders in het oude centrum van de stad zijn enkele kunstenaarsateliers gevestigd die we als eerste die dag bezochten en waar de niet-Kentridge hing in het atelier van Gordon Froud.

Terwijl we er naar toe reden vertelde Jack dat hij vroeger in de buurt op een kantoor werkte en dat hij tijdens de middagpauze in de City Library een kamer had ontdekt met private press-uitgaven, die hij zo op zijn gemak kon bekijken, totdat hij tegen iemand zei dat ze wel tamelijk waardevol waren en hij bij zijn volgende bezoek de deur op slot aantrof. Tussen zomaar toegankelijk en totaal niet toegankelijk waren kennelijk geen andere opties te bedenken. Maar hij kreeg al snel een sleutel en was maandenlang de enige bezoeker. Het was de start van zijn verknochtheid aan bijzondere boeken.

Het atelier van Gordon Froud lijkt een kruising tussen een wereldwinkel, een antiquair, een galerie, een vergeten zolder en een privébibliotheek. Een van zijn eigen kunstwerken was een veiligheidsjack met bijzondere pockets als gereedschap.

We bezochten er ook het atelier van papierkunstenaar Mandy Coppes, een oud-leerling van Robbin die haar werk al heel lang niet meer had gezien. 





Mandy Coppes en haar werk
Mandy werkt met papiervezels, vaak in combinatie met andere natuurlijke vezels, zoals hennep en zijde, meestal in combinatie met tekeningen. Een van haar werken die aan het ontstaan is bestaat uit een groot vel met cirkelvormige dagboekaantekeningen. 


Jack, Robbin, me and Mandy (photo Mary Hark)
Aan het einde van deze dag zat mijn verblijf erop en vloog ik naar huis. Ergens boven Europa was mijn buurvrouw in het vliegtuig zo onvoorzichtig mijn ochtend ruw te laten beginnen door haar hete koffie in mijn schoot om te gooien. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten