dinsdag 31 maart 2015

64. Het Hooglied van Klaarhamer en Van der Leck (2)

In februari schreef ik over de uitgave van Het Hooglied van Salomo, geïllustreerd en gekalligrafeerd door Piet Klaarhamer van Bart van der Leck. (zie blog no. 57). De tentoonstelling over Klaarhamer in Utrecht is vorige week afgelopen, maar ik beloofde nog even terug te komen op deze uitgave.


Het Hooglied van Salomo (p. 35: detail)
De illustraties in Het Hooglied van Salomo zijn getekend door Van der Leck en gedrukt in lithografie, in sepia. De tekst, uitgeschreven door Klaarhamer, werd ook gelithografeerd, maar dan in matgroen. Tekst en illustraties werden op de lithosteen getekend. Dat niet alleen de illustraties, maar ook de teksten zij gelithografeerd komt in de boekkunst niet veel voor. Toen in 1931 een dergelijke uitgave verscheen - Een fragment uit Pan - werd alleen terug verwezen naar Het Hooglied van Salomo van Klaarhamer en Van der Leck, dat toen werd gezien als 'het beste' in dat soort.


'Een fragment uit Pan', in De Sumatra Post, 3 februari 1932
Het schrift van Het Hooglied van Salomo werd besproken in een recensie in het Algemeen Handelsblad van 23 september 1905. Men vond het 'verdienstelijk' dat gepoogd was 'de verluchting van den inhoud en de versiering van de bladzijde' met elkaar in overeenstemming te brengen door het gebruik van de lithografie voor beide onderdelen. Maar de letters, werd gezegd, 'lijden echter door de vreemde vormen die hij koos vooral voor de y, doch ook voor de n, de e, de h en de k, en door het ontbreken van punten op de letters die deze behooren te hebben, aan onduidelijkheid.'


Recensie in Algemeen Handelsblad, 23 september 1905 (detail)
Daar had de recensent een punt. De lange ij is steeds weergegeven als een ypsilon. De i heeft nergens een puntje.
Het Hooglied van Salomo (detail)
Aan het einde en aan het begin van de regels permitteren de kunstenaars zich grote vrijheden. Vaak wordt de regel uitgevuld met een getekend ornament, maar soms wordt bovendien aan het begin van een regel, zonder enige reden, ingesprongen.


Het Hooglied van Salomo (detail)
In plaats van een ornament aan het einde van een regel is soms een letter 'verlengd' waardoor die bijna onherkenbaar wordt. Zo is de n aan het einde van een regel totaal anders dan de n die een paar regels er boven wordt gebruikt.


Het Hooglied van Salomo (detail)
Niet alleen de recensent in het Algemeen Handelsblad merkte dit soort zaken op, ook de befaamde J.W. Enschedé schreef een recensie, in het Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen (jaargang 3, 1905), Zijn kritiek citeert het prospectus voor de uitgave, maar Emschedé is het met zoveel dingen oneens dat hij met frequente en lange tussenzinnen de citaten in omvang overtreft, bijvoorbeeld:

'Het boek is geheel gesteendrukt op oud-hollandsch - lees geschept - papier, kwarto imperiaal - lees liever folio - en gebonden in linnen band.' 


Het Hooglied van Salomo (band)
Zo gaat dat door, waarbij ten slotte het prospectus terzijde wordt geschoven en het commentaar nog enkele kolommen doorgaat met het neersabelen van het werk van architect Klaarhamer en kunstenaar Van der Leck:

'Beter mag ik spreken over de margeverdeeling, die, niet alleen niet modern, maar zelfs ouderwetsch is; over het register, waarin de drukkers met groote slordigheid zijn te werk gegaan; over den druk, die gemeenlijk niet goed gedekt lijkt, en eindelijk en dat vooral, over het geopenbaarde streven door schrijven of teekenen tot een beter lettertype te komen dan onze tegenwoordige karakterlooze letter.'

Enschedé vindt deze keuze voor een getekende letter de tekst en de lezer geen recht doen. Een normale drukletters zou beiden beter gediend hebben door uniformiteit en leesbaarheid, terwijl nu de excentriciteit van de gelithografeerde letter storend werkt:

'Er zijn typen en letterverbindingen, die ik zeker niet ontcijferd zou hebben, als het zinsverband mij niet den weg gewezen had.'

Dat geldt bijvoorbeeld voor die verlengde n, al noemt Enschedé zelf hierbij geen voorbeelden. De recensent is ook verbolgen over de afwijkingen tussen prospectus en boek waardoor het eerste geen goede indruk van het te kopen boek geeft. Zo zijn er onorthodoxe en willekeurige afbrekingen van woorden in het prospectus, de 'zware' initialen in het prospectus zijn in het boek vervangen door 'witte' initialen en het prospectus is alleen in groen gedrukt, niet in twee kleuren. Enschedé concludeert dat de kunstenaars de verkeerde techniek hebben gebruikt, uitgaan van foute beginselen en het boek niet zien als een 'leesobject'.

In dat alles heeft Enschedé volkomen gelijk. Het Hooglied van Salomo is een soort nakomertje van de Nieuwe Boekkunst.

Enschedé wijst nog op iets anders, en dat is het eigenaardige merk dat voorin het boek wordt gegeven.


Merk in Het Hooglied van Salomo (pagina 6)
De letters H I S en F hebben geen relatie met de namen van de makers of de drukkers. Enschedé veronderstelt dat I en F kunnen staan voor Jezus fecit - 'ware het geen ongeoorloofde profanatie'. Als je een beetje verder zoekt, kun je vinden dat de letters IHSF staan voor 'Iesus Hominum Salvator Fecit', Jezus, verlosser der mensheid, maakte dit. 

Klaarhamer en Van der Leck discussieerden voorafgaand aan dit boek veel over religie en Van der Leck maakte een portret van Klaarhamer geschilderd als Christus ('Imitatio Christi'), en wellicht identificeerde Klaarhamer zich met het lijden van Jezus. Hij zal niet zo ver zijn gegaan - hij was de zoon van een dominee - dat hij zichzelf als Jezus zag, maar dat de religieuze inspiratie deze tekst in deze uitvoering mogelijk maakte spreekt toch uit dit raadselachtige merk. Korte tijd na de publicatie van het boek nam Klaarhamer overigens afstand van het gereformeerde geloof.

donderdag 19 maart 2015

63. Didier Mutel opent een van zijn boeken

Vandaag kwam Didier Mutel vanuit Parijs op bezoek in de KB om voor de Collectie Koopman enkele boeken af te leveren en een geschenk te overhandigen.


Didier Mutel in de Koninklijke Bibliotheek,
19 maart 2015 [Foto: Theo de Nooij]
Een van de eerste boeken die hij maakte ontbrak in de collectie, namelijk een editie van Stefan Zweigs verhaal Amok ou Le fou de Malaisie (1992). Na veel zoeken vond Mutel een exemplaar in zijn voorraad terug. Hij toonde mij dat in december toen ik hem in zijn atelier bezocht. Uit het colofon bleek dat er ook vijf luxe exemplaren waren gedrukt, op ander papier, maar die waren door hem afgekeurd destijds en nooit verspreid. Onlangs vond hij daarvan een exemplaar terug, en wat hij destijds zo verschrikkelijk vond - de inkt dekt niet overal even egaal doordat het dikke papier nogal oneffen is - oordeelde hij nu alleszins acceptabel. Voor de collectie bracht hij daarom een luxe en een gewoon exemplaar mee. Daarmee is de KB de enige bibliotheek met een luxe exemplaar van dit boek.

Beide edities zijn geborgen in een soort in rood en zwart beschilderde lijkwade, vervolgens in een loden omslag en tot slot in een loden cassette, die in 1992 werd verzegeld. De cassette van het luxe exemplaar was intussen open gemaakt, die van de gewone editie niet.


Een nog ongeopend exemplaar van Didier Mutels Amok op mijn werktafel
in de Koninklijke Bibliotheek, 
19 maart 2015 [Foto: Theo de Nooij]
Het opensnijden van de loden verzegeling werd door Mutel zelf verricht, nadat ik een van onze fotografen gevraagd had dit vast te leggen. Met een schaar en een krabmesje verbrak de kunstenaar de verbinding tussen de loden zegels en de ijzerdraadjes.


Didier Mutel opent Amok, 
Koninklijke Bibliotheek, 
19 maart 2015
[Foto: Theo de Nooij]
Het boek heeft een ongewoon formaat, dat om verschillende redenen gekozen is. Ten eerste is er een relatie met de gebeurtenissen in het verhaal. Aan het einde daarvan wordt uit het ruim van een passagiersschip een doodskist van boord gehesen. Op dat moment werpt een meereizende arts zich op de kist, waarna kist en dokter in het water verdwijnen en niet meer kunnen worden teruggevonden. De kist bevat het lijk van een vrouw die voor een abortie bij de arts was gekomen. Die had de ingreep geweigerd,waarna zij te rade ging bij een plaatselijke genezer - het verhaal speelt in de tropen - en zij stierf onder erbarmelijke omstandigheden. De arts beloofde haar in haar laatste momenten dat hij de doodsoorzaak voor haar man verborgen zou houden - en dit was de manier waarop hij zijn belofte inloste. 

De vorm van het boek en de loden verpakking zinspelen op de plot.



Didier Mutel met Amok, 
Koninklijke Bibliotheek, 
19 maart 2015
[Foto: Theo de Nooij]
Maar het formaat van het boek houdt ook verband met de boeken die Mutel ná deze editie maakte en die hij al in voorbereiding had, als eerste de Engelstalige en Franstalige edities van R.L. Stevenson's verhaal The strange case of Dr Jeckyll and Mr Hyde en Le cas étrange du Dr Jekyll et de M. Hyde (1994). Wie de twee edities van dit boek naast elkaar legt, ziet precies het formaat van Amok voor zich.


Didier Mutel en Paul van Capelleveen bekijken Amok, 
Koninklijke Bibliotheek, 
19 maart 2015
[Foto: Theo de Nooij]
Didier Mutel schonk de Collectie Koopman zijn eerste echte boek, gedichten van Saint-John Perse met 36 zeefdrukken van Mutel: Oiseaux (1991), een boek dat verticaliteit als thema heeft.

Tot slot legde Didier nog even uit dat de verbroken zegels van de loden cassettes mogelijk krassen zullen maken op de loden omslagen - als het boek terug wordt geschoven in de cassette. Maar dat hoort erbij en zo krijgt elk exemplaar zijn eigen sporen op de omslag, en daarmee zijn eigen identiteit en geschiedenis van beschadigingen.

donderdag 12 maart 2015

62. De boekenkasten van de Collectie Koopman

Werkend aan een artikel over Nederlandse boekenverzamelaars van Franse literatuur viel het me weer op hoe weinig we weten over onze Nederlandse bibliofielen en dan is Koopman nog een gunstige uitzondering. Over hem is vrij veel bekend. 

In 1935 bezat Koopman 1500 boeken. Maar hoe deelde hij zijn boekenkasten in? Weten we dat? Nee, dat weten we niet. Wel weten we iets over de boekenkasten van zijn tragisch verongelukte verloofde Anny Antoine. In zijn boek over haar, Anny Antoine, sa vie, nos conversations littéraires (1968), baseerde Koopman zich op wat zij in een van haar dagboeken (we hebben alleen nog wat losse blaadjes daarvan) schreef.

Van Speijkstraat 10, Den Haag, ca 1930 
In haar werkvertrek - Anny Antoine woonde op kamers in de Van Speijkstraat 10 in Den Haag - stonden twee eikenhouten boekenkasten, en later werden er daar nog twee aan toegevoegd. We zien er een, en een portret van Anny, op een ex-libris dat Koopman na haar dood liet maken.

Ex-libris Anny Antoine
Kennelijk stonden die boekenkasten aan weerszijden van de open haard, waar zij 's winters de stoel dicht aanschoof. Ze bezat aan het einde van haar korte leven ongeveer 600 fraai gebonden boeken. Verder weten we dat ze die 's nachts, in het donker, op de tast wist te vinden.

Na haar dood in 1933 verhuisden de boeken eerst naar haar vader in Erps-Kwerps en vervolgens (voor een groot deel) naar Amsterdam, waar ze bij de collectie van Koopman werden gevoegd. Aan het begin van de oorlog vond Koopman dat een te gevaarlijke plaats en werden ze in de Koninklijke Bibliotheek geplaatst (het waren er toen 3000). Tijdens de oorlog zijn ze opnieuw in veiligheid gesteld, samen met veel andere KB-boeken.

In 1960 besloeg de verzameling in de KB al 112 strekkende meter en waren er ruim 5000 delen. 

Indeling van de kasten op de Koningskamer van de Koninklijke Bibliotheek
met de bibliotheek van Louis Jan Koopman (1887-1968) vanaf 1966
In 1966 horen we hoe de boeken zijn geordend. Een vier pagina's tellende inventaris van de Koopman Collectie uit dat jaar is inmiddels gedigitaliseerd in het kader van het project Het geheugen van Nederland. Ze behelzen een plattegrond en een beschrijving van de toestand van de collectie rond 1966. De boeken stonden in afgesloten kasten op de zogeheten Koningskamer in het gebouw aan het Lange Voorhout. Maar de collectie paste daar niet meer in en sinds december 1966, lezen we, werden aanwinsten ook geplaatst in de nieuwbouw aan de Kazernestraat. (De inventaris is ondergebracht in de handschriftenverzameling van de Koopman Collectie; aanvraagnummer KW 77 G 65 - 3).

In 2009 werden foto's gemaakt voor de uitgave Voix et visions over de collectie en daarbij zijn ook mooie magazijnfoto's, zodat we weer een inkijkje hebben in de opstelling van de boeken. Het is een formaatplaatsing, waarbij eerst alle door Koopman aangeschafte boeken zijn geordend, vervolgens alle aanwinsten tot enkele jaren geleden. Apart staan nog de 'persoonlijke collectie', een schenking van Jan van der Marck en een collectie werken van Giran. Vanaf 2013 is een nieuwe reeks signaturen begonnen voor alle aanwinsten vanaf dat moment.

De collectie is intussen doorgegroeid van 7000 delen in 1989 naar meer dan 10.000 tegenwoordig.

Collectie Koopman in de KB (2009) [Foto: Jos Uljee]
Collectie Koopman in de KB (2009) [Foto: Jos Uljee]
Collectie Koopman in de KB (2009) [Foto: Jos Uljee]

vrijdag 6 maart 2015

61. Lof der 'rareté'

De Bibliothèque nationale de France (BnF) publiceerde bij de tentoonstelling Éloge de la rareté. Cent trésors de la Réserve des livres rares een gelijknamige catalogus met honderd bijzondere werken die de laatste twintig jaar zijn aangeschaft.

Voor wie dacht dat de BnF vooral Franse boeken verzamelt, zal de catalogus verrassend internationaal toeschijnen met 61 Franse publicaties en handschriften en 39 werken uit andere landen: Oostenrijk (1), Rusland (1), Tsjechië (2), Spanje (1), Japan (2), België (2), Zwitserland (2), Duitsland (8), Italië (3), Groot-Brittannië (5), de Verenigde Staten (7), en Nederland (5). 


Éloge de la rereté (2014)
Nederland scoort dus helemaal niet slecht in deze Franse catalogus en is vertegenwoordigd door oude drukken, kunstuitgaven en moderne kunstenaarsboeken. Daarbij zijn een uitgave van Picaron Éditions (Amsterdam, 1992), La Chanson de Rollant, Sjoerd Hofstra's Elements of geometry (Amsterdam, 1994) [niet aanwezig in de KB, maar wel in Museum Meermanno],  de la Mettries' L'Homme machine (Leiden, 1748), Het vlas in de vormgeving van Bart van der Leck (Amsterdam, 1942) en een oorlogsuitgave door A.A. Balkema, Zehn kleine Meckerlein (Amsterdam, 1943). Wij zouden misschien andere keuzes hebben gemaakt. Maar intussen is het eerder belangwekkend dat de BnF een internationale koers vaart als het om de aanschaf van moderne boeken gaat. Zulke instellingen zijn er niet veel meer in Europa.


Zehn kleine Meckerlein (1943)
We kunnen dat nu vergelijken met een catalogus van het Victoria & Albert Museum in Londen uit 2015, Word & image. Art, books and design. Hierin worden 146 werken afgebeeld en beschreven, waarvan de meerderheid is uitgegeven in Groot-Brittannië: 85. Ook worden boeken en prenten behandeld die afkomstig zijn uit: Japan (5), Italië (3), Frankrijk (25), Duitsland (11), de Verenigde Staten (8), Rusland (1), Denemarken (1), China (1), India (1) en Zwitserland (1). Uit Nederland zijn vier boeken opgenomen.

De Nederlandse bijdrage bestaat uit Louis Renard's Poissons, écrevisses et crabes ... (Amsterdam, 1754) (niet in de KB, maar wel aanwezig in het Teylers Museum en de universiteitsbibliotheek van Amsterdam), het kunstenaarsboek van Christien Meindertsma, Checked baggage (Eindhoven, 2004), de tentoonstellingscatalogus van Boijmans Van Beuningen, La Maison Martin Margiela (Rotterdam 1997) en Rem Koolhaas' 'Look Book' voor Prada (2010).


Verschillende exemplaren van Christien Meindertsma, Checked baggage (2004)
Kunstenaarsboeken, oorlogsuitgaven, modepublicaties en enkele drukken uit de achttiende eeuw: dat is wat het buitenland interessant vindt. Het is natuurlijk een momentopname, maar toch.

zondag 1 maart 2015

60. Letterform Archive

Nadat ik in Berkeley en Richmond aan de baai bij San Francisco het symposium en de 'book fair' CODEX 2015 bezocht en in drie dagen tijd 200 tafels met boekenmakers had bezocht - drukkers, kunstenaars, uitgevers, galeriehouders en zo voort - had ik kennelijk nog niet genoeg boeken gezien. 

In gezelschap van verzamelaar Jack Ginsberg, galeriehouder Susanne Padberg en de New Yorkse kunstenaar Robbin Silverberg kreeg ik een sneak preview van de tentoonstelling 'The Janus Press at Sixty' in het San Francisco Center for the Book. Daar was de kunstenaar Claire Van Vliet zelf om ons de opzet uit te leggen, terwijl Mary Austin, president van het Center, ons rondleidde door het gebouw waar cursussen drukken en illustreren worden gegeven. Voor de KB kreeg ik van Van Vliet de net van de drukker gekomen tentoonstellingscatalogus.


Daarna werden we gebracht naar een andere locatie in hetzelfde voormalige havendistrict, waar men sinds de vorige Codex (in 2013) driftig aan het bouwen is geslagen: hele ziekenhuizen en torens met kantoren en appartementen zijn er langs de baai in de hoek naar de Bay Bridge opgericht.

We belandden er in een appartement van het Letterform Archive, een voormalige particuliere collectie die een week eerder officieel was geopend als zelfstandig instituut dat zich toelegt op de vorm van de letter in handschrift en druk. De vele lege champagneflessen getuigden van een goed bezocht openingsfeestje.


Logo van Letterform Archive
Het Letterform Archive is op afspraak te bezoeken. Oprichter en nu curator is Rob Saunders - die behalve op de collectie overigens bijna nog trotser was op zijn nieuwe Tesla. Hij toonde ons een grote keuze uit de verzameling vooral internationale twintigste-eeuwse typografie in letterproeven en bijzondere uitgaven. Hij begon zijn collectie met boeken die in art-decostijl zijn vormgegeven door de Amerikaan W.A. Dwiggins. Niet alleen bezit hij alle boeken, maar ook vele originele ontwerpen, proeven en brieven, waarvan een deel al op zijn website is afgebeeld.


H.G. Wells, The Treasure in the Forest (1936), ontworpen door W.A. Dwiggins
Verrassend veel Nederlandse typografie trouwens, en niet alleen Jan van Krimpen! In zijn logo gebruikt hij zelfs een Nederlandse letter, uit een uitgave van H.N. Werkman. De letter 'H' is afkomstig van het omslag van een Blauwe Schuit-uitgave uit 1941: Charles Péguy's Prière pour nous autres charnels.


Charles Péguy's Prière pour nous autres charnels (1941) [Foto: Letterform Archive]
De letter 'M' heeft ook een Nederlandse bron: de Spieghel der schrijfkonst van Jan van der Velde uit 1605.

Het Letterform Archive is gevestigd op 1001 Mariposa Street, Unit 307, en heeft vanaf het dakterras  een overweldigend uitzicht op San Fransisco.