zaterdag 3 mei 2014

12. Drukken met een visgraat


Halverwege de negentiende eeuw groeide de belangstelling voor de 'natuurdruk'. Dat was een van de vele druktechnieken die voor een groeiend aantal geïllustreerde boeken en tijdschriften werd ingezet. Er werden verschillende namen voor gebruikt, zoals 'autotypie' en 'physiantotypie'. Tegenwoordig noemen we het 'natuurzelfdruk' (en in het Engels vaak 'nature printing').


Bij deze techniek wordt een voorwerp - bijvoorbeeld een bloem of een borduurwerkje - beïnkt en kan er rechtstreeks een afdruk op papier worden gemaakt. Leuk om zelf te doen natuurlijk en verzamelaars van herbaria maakten vaak natuurdrukken, die ze vervolgens zelf met de hand inkleurden.


Varianten van de natuurzelfdruk


Van het procédé bestaan verschillende varianten. In plaats van het voorwerp te beïnkten (kan ook in kleur), kun je het ook beroeten. Je kunt het voorwerp afdrukken, maar ook kun je een afwrijfsel maken. Bovendien kun je het voorwerp op papier drukken, maar ook, andersom, het papier op een voorwerp drukken. Deze directe methode is al heel oud. 

J.S. Wilson, Autotypie. De natuur zich zelve afbeeldende. Handleiding tot het maken van zelfdrukken benevens eene reeks van autotypen (1857)
Maar je kunt ook, in plaats van direct een voorwerp op papier te drukken, een indirecte methode gebruiken. De uitvinder, Alois Auer, ontwikkelde de techniek als directeur van de Weense staatsdrukkerij rond 1852. Door middel van de galvanoplastiek, wordt van een voorwerp een koperen drukplaat gemaakt en die kan worden afgedrukt. Dat heeft voordelen, want de natuurgetrouwheid is groot, en op deze wijze kan een enorme oplage van afdrukken worden gemaakt, allemaal met dezelfde kwaliteit. Dat lukt met de directe methode niet.


De natuurdruk in Nederland


J.S. Wilson publiceerde een handleiding over het afdrukken van bladeren, maar opvallend - en fraai - ook van een visgraat. Wilson claimde die techniek te hebben bedacht, maar gebruikte gewoon de oude, directe methode, waar eigenlijk niets nieuws aan was. Wel zagen zijn afdrukken er door de diepe kleuren prachtig uit. 

Ook in tijdschriften zijn voorbeelden van natuurzelfdruk te vinden, zoals in De Volksvlijt van 1856 en 1857. De techniek is uitstekend gedocumenteerd en geïllustreerd door Johan de Zoete in het hoofdstuk 'De natuurzelfdruk', in: De techniek van de Nederlandse boekillustratie in de 19e eeuw (1995). Over de internationale natuurdruk schreef Roderick Cave het boek Impressions of nature. A history of nature printing (2010).

J.S. Wilson, Autotypie (1857)
Wat ons nu opvalt aan deze drukken is de enorme technische verfijning, maar ook een zekere aandoenlijkheid in de behoefte om een vissengraat af te beelden binnen een gedecoreerd kader, alsof het om een geborduurd kleedje gaat.

J.S. Wilson, Autotypie (1857)

Verder lezen in de KB:

J.N. Wilson, Autotypie, de natuur zich zelve afbeeldende. Handleiding tot het maken van zelfdrukken benevens eene reeks van autotypen. Meppel, J.S. Wilson, 1857. Aanvraagnummer KW 3169 E 23.
De techniek van de Nederlandse boekillustratie in de 19e eeuw. Amstelveen, KVGO, 1995. In te zien bij de leeszaal Bijzondere Collecties: aanvraagnummer LHO ZKW.A 36 ZOET.
Roderick Cave, Impressions of nature. A history of nature printing. London, The British Library/Mark Batty Publishers, 2010. In te zien bij de leeszaal Bijzondere Collecties: aanvraagnummer LHO OD.A 59 AA CAVE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten